Waarom FiloSpinz? Om hersenspinsels te delen met anderen, om te inspireren & omdat het kan.

15 mei 2009

Malle geneesheer

‘Jongedame!’ De deur van het noodgebouwtje zwaait open en een jonge dokter met een manische grijns steekt zijn hand uit.

‘Hallo’, zeg ik als ik hem de hand schud.

Ineens trekt er een angstige waas over zijn gezicht en rent hij voor me uit naar de behandelkamer. Als hij neerploft achter zijn computer zeg hij: ‘Ik zal me even voorstellen, ik ben de derde vaste huisarts hier.’

Ik vraag me af waar die andere twee gebleven zijn.

‘Ik zal me ook even voorstellen,’ zeg ik, ‘ik ben hier voor het eerst’, en ik lach in mijn knuistje om mijn eigen grap.

‘Jajaha’, hinnikt hij neurotisch en zijn ogen vliegen heen en weer tussen zijn beeldscherm en het plafond. Hij kucht even en vraagt dan: ‘Nou, waar heb je last van?’

Ik leg hem uit dat ik volgens mijn vorige huisarts een ontstoken lymfekliertje heb in mijn zij, maar dat ‘ie er na drie maanden nog steeds zit.

‘En wat denk jij dat het is? Ben je bang dat het ernstig is ofzo?’, vraagt hij wantrouwig.

‘Nee, ik moest van mijn schoonmoeder’, antwoord ik.

‘Nou, laat maar es even zien dan’, en hij trekt resoluut de gordijnen dicht en wijst naar de behandelbank.

Terwijl hij zo professioneel mogelijk voelt aan het bultje in mijn zij, lijkt hij ineens enthousiast te worden. ‘Dat lijkt wel een osteochondroom!’ hij slaakt een bijna gelukzalige kreet. ‘Daar ga je dus niet dood aan he?!’, roept hij er achteraan.

‘Uhm nee, dat was ik dan ook niet van plan’, antwoord ik schaapachtig.

De dokter trekt een sprintje naar zijn bureau en begint driftig te schrijven terwijl hij in zichzelf iets murmelt over hoe fascinerend het wel niet is. Daarna drukt hij het papiertje in mijn handen en geeft me een kleine zet waarmee ik weer buiten sta.

‘Laat maar even een mooi echootje maken, ik ben reuze benieuwd!’, zegt hij tegen de deurklink.

‘Moet ik je de uitkomst nog even laten weten?’, vraag ik.

‘Nee hoeft niet.’