Fliefd, floofd!
Vanochtend rekte ik me uit, opende mijn snottige oogjes en keek recht in het gezicht van vers geboend vriendje. ‘Een konijn moet je overvallen als ze op haar kwetsbaarst is’, zei hij, en drukte een kusje op mijn stinkende smoeltje. Hij toverde een doosje tevoorschijn met een strikje.
‘Huh? Gaan we trouwen?’, vroeg ik met ogen als schoteltjes, en hij zei ‘ja’. En toen had ik per ongeluk ineens vriendje ten huwelijk gevraagd.