Waarom FiloSpinz? Om hersenspinsels te delen met anderen, om te inspireren & omdat het kan.

29 april 2008

Dubbel thuiskomen

'Jippie, m'n eerste echte motortocht!', jubelde ik vanochtend om tien uur in de stromende regen. Om half elf stond ik gestrand bij het dichtsbijzijnde tankstation. Mijn motor houdt niet van kou, maar dus ook niet van nattigheid concludeerde ik.

Na wat opgedroogd te zijn gingen we om kwart voor elf weer vol goede moed op pad. Maar om elf uur stond ik alweer achter de vangrail naar het voorbijrazende verkeer en mijn druppende, stilstaande motortje te kijken.

Door een grote bergingsauto met zwaailichten werden we om twaalf uur weer netjes voor mijn voordeur afgeleverd. Deja vu. Omdat garages op maandag dicht zijn en gek genoeg ook vakantie hebben de rest van de week, leek onze vakantie letterlijk in het water te vallen. Maar vriendje en ik zijn niet voor een gat te vangen.

Vol goede moed stapte ik achterop bij vriendje voor poging twee. Om na een uur te ontdekken dat achterop zitten helemaal niet leuk meer is als je je eigen rijbewijs hebt. Dus maakten wij voor de tweede keer op een dag rechtsomkeert.

Misschien is mijn motor wel een heuse nationalist. En mag ik van 'm gewoon niet in Duitsland zijn met koninginnedag. Ofzo.

28 april 2008

Vriendje integreert

Vriendje zit al een uur lang geïnteresseerd naar TV Gelderland te kijken.
'Weet je, als ik heel eerlijk ben vind ik deze nieuwslezers zelfs beter dan die van de NOS..'

Nog een uur later, oprecht:
'Ik voel me al echt een beetje Gelderlander.'

22 april 2008

Vriendjegrapjez #2

Mokkeltje, konijn, muts, druif. Vriendje bedenkt altijd wel weer iets nieuws om mijn echte naam te kunnen omzeilen. De meest versche koosnaam is 'tamme dakhaas'. Vriendje weet zelf ook niet precies waarom.

In al zijn enthousiasme benoemt hij broer A. tot 'dikke flatbeer'. Broer A., nog niet geheel vertrouwd met deze zwagerlijke liefde -en met het oog op onze nieuwe woning- bedenkt zich niet en doopt vriendje tot 'rijtjestijger'.

Een nieuwe beestenbende is geboren.

21 april 2008

Loveseat

Ook al stikken we van de meubels en hebben we de honderddertig vierkante meter (even opscheppen) in ons nieuwe stulpje zo weer gevuld, ik zou echt een moord doen voor deez:

Over onpraktisch gesproken.

11 april 2008

Broehaahahaha

In de trein, twee meisjes, bloedserieus.

‘Nog een paar maanden en dan krijg ik een paard!’
‘Wat is je lievelingsdier als je niet mag kiezen uit een paard, een hond, een kat, een hamster, een goudvis of een konijn?’
Grote grijns: ‘Een pony’
‘Ohh, dat is flauw. Maar een paard is wel heel wat anders dan een hamster of een goudvis. Wat nou als ‘ie dood gaat!! Die spoel je niet zomaar door de wc!’
‘Nou, daar is vast wel een ophaalservice ofzo voor..’
‘Hoe oud wordt een paard eigenlijk?’
‘Ehm, iets van twintig?’
‘Maar wat dan als je er na drie jaar op uitgekeken bent?’
‘Nou, dan ga ik ‘m denk ik nog wel verzorgen.' Klein overpeinzinkje. 'En dan zet ik ‘m op marktplaats.’

09 april 2008

Breinbloei

Vandaag had ik een peperdure training in Utrecht. Normaalgesproken kan ik niet multi-tasken, laat staan twee gedachten tegelijk hebben. Maar van peperdure trainingen in Utrecht lijkt mijn brein overuren te draaien. Het lukte me om zowel ‘in te tunen’ op het bere-interessante verhaal over programmeren, en tegelijk miljoenen toekomstvisioenen over mijn netvlies te laten schieten.

Als ik later groot ben word ik binnenhuisarchitect, directiesecretaresse, ornamentjeskunstenaar (dat woord is vandaag geboren), de tweede Florence Nightingale, en ga ik ook nog iets doen met duurzame energie.

De training duurt nog twee dagen. Wellicht later meer.

Emancipatie blijkt productiviteitverlagend

Eindelijk is het dan zover, er komt een extern duo langs op kantoor om officieel te meten of onze werkzaamheden afgelopen jaar een stempel waard zijn.

Ik mag als een van de eersten de verhoorkamer in. Tegenover me zit een grijzende man met berustende blik. Naast hem een zeer slanke, charmante meid met blond haar tot op haar schouders. Ik schat dat ze zevenentwintig is. Als ze praat hoor je bij elke S een zacht fluittoontje. En dat met een hoog Brits accent. In ons overwegend mannelijk kantoor is dit een hele onverwachte verschijning. Ik kan het niet helpen, maar zelfs ik zit te staren. Alsof er een flamingo geland is in een bos vol beren.

Collega R. -projectleider en diep vrouwenliefhebber- mag na mij.
‘En, hoe ging het?’, vraag ik als hij terugkomt.
‘Ehm, ja.. ze is goed he’, antwoordt hij dromerig.
‘Joehoe, hier aarde, ik vroeg hoe het ging, niet hoe ze is!’
R. schrikt op. ‘Nou eh, ik ben gewoon een gezonde jongen hoor, mag ik?!’
‘Tssk, ik loop toch ook niet zo met mijn gezondheid te koop..’